Vroeger kocht men alles zelf. Iedereen had een eigen fiets, auto, wasmachine, zelfs het huis was binnen no-time afbetaald. Tegenwoordig zie je dat er veel leeninitiatieven zijn. Dat begon met een telefoon afbetalen via een hoge telefoonrekening, maar tegenwoordig zien we de stad vol staan met Swapfietsen en deelauto’s (of lease). Op zich niet verkeerd, het gaat overconsumeren tegen, het is goedkoper voor jou als je het product toch niet zo vaak gebruikt (of juist wel) en je krijgt er vaak handige service bij. Of kunnen we deze spullen tegenwoordig niet meer in één keer betalen zodat het ons eigendom is? Wat is het onderliggende probleem van het succes van de leenfiets?
Wie kent het niet, de fiets met de blauwe voorband. Dat zijn fietsen van het bedrijf Swapfiets. Zij bieden fietsabonnementen aan waarbij jij voor een vast maandelijks bedrag gebruik kunt maken van een fiets. Het lijkt een beetje op het concept van Netflix of Spotify, maar dan met een fysiek product. Dit soort concepten zie je tegenwoordig steeds vaker. Zeker onder studenten is de fiets heel populair, maar ook andere mensen maken gebruik van deze constructie. Bij een telefoon doen mensen dit al jaren. Je hebt een telefoonabonnement waarvoor je maandelijks betaalt en je krijgt er een telefoon bij. In het bedrijfsleven is het al heel lang normaal om een auto te leasen. Dit zien we tegenwoordig ook steeds vaker privé gebeuren. Volgens de Consumentenbond waren er aan het eind van 2020 zo’n 214.000 prive-leaseauto’s in gebruik door Nederlanders. Een stijging van 14% in vergelijking met het jaar daarvoor. Dit roept de vraag waarom we steeds vaker met dit soort leasecontracten onze spullen in huis halen. Kunnen we een koopfiets niet meer betalen?
Wat is leasen nou precies?
Laten we eerst ophelderen wat leasen, huren, lenen en kopen nou precies inhouden. Er zijn verschillende manieren om gebruik te maken van goederen. Lenen is in feite dat je tijdelijk gebruik mag maken van een goed van een ander waarbij de ander daar geen vergoeding tegenover stelt. De uitzondering daarop is het lenen van geld. Daar betaal je rente over. Je mag dan geld van een ander gebruiken, maar dat geldbedrag betaal je (vaak in termijnen) op een later moment terug met een beetje extra.
Als je iets huurt, dan maak je ergens tijdelijk gebruik van en betaal je daar wel een vergoeding voor. Een voorbeeld is een huurwoning of als je een auto huurt. Het huis of de auto blijft van de verhuurder.
Leasen lijkt wat dat betreft heel veel op huren, alleen wordt het verhuurde goed vaak aan het einde van het contract aangeboden ter overname aan de huurder. In de praktijk gebeurt dit niet altijd, maar dat zie je bij auto’s bijvoorbeeld vaak gebeuren. Een soort variant hierop is het afbetalen. Je koopt iets niet in een keer, maar je doet er langer over om het totaalbedrag aan de verkoper te betalen. Je betaald bijvoorbeeld in twee jaar je mobiele telefoon af naast dat je betaald voor je verbruikskosten. Voor die verbruikskosten (belminuten en data) betaal je vaak een vast bedrag die lager zou uitvallen als je geen telefoon erbij aanschafte. Vaak zie je ook dat het totaalbedrag hoger ligt dan als je het in een keer zou betalen. Dit is een soort rente die de verkoper hanteert.
De laatste variant is het kopen van een goed. Je betaald een bedrag in een keer en je krijgt het goed direct of op korte termijn. Het product is helemaal van jou.
Wat is het voordeel van leasen?
Het grote voordeel van huren en leasen is dat je niet in een keer een groot bedrag beschikbaar moet hebben. Kun je niet genoeg hypotheek krijgen om een huis aan te schaffen, dan kun je bijvoorbeeld een huis huren. Heb je niet genoeg geld om een goede auto te kopen? Dan kun je leasen. Je smeert als het ware een groot bedrag over enkele jaren uit. Per maand kun je misschien wel een paar honderd euro missen, maar in een keer €30.000 neerleggen is niet aan iedereen besteed.
Bij de eerdergenoemde Swapfiets, een huurhuis en bij leaseauto’s zitten er ook andere voordelen aan. Het onderhoud komt niet voor rekening van de huurder. Bij gebruikerssporen en normale slijtage hoef je niet zelf de rekening te betalen. Die rekening neemt de eigenaar op zich. Bij Swapfiets en bijvoorbeeld lease auto’s is het ook gebruikelijk om direct of snel een vervangend exemplaar beschikbaar te hebben.
Waarom leasen we steeds meer?
Er is weinig onderzoek te vinden over waarom mensen meer zijn gaan huren en leasen. Een oorzaak die wel genoemd kan worden is dat het vermogen van Nederlanders de laatste jaren een stuk minder is dan voor de financiële crisis van 2008. Uit een rapport over welvaart van het CBS (2019) blijkt dat we in 2008 gemiddeld zo’n €53.000 per huishouden bezaten. In 2017 was dat nog maar €28.000 per huishouden met het dal in 2014 toen het €17.000 bedroeg. Het zou dus zo kunnen zijn dat we het geld niet meer hebben om in een keer een dure uitgave te doen, bijvoorbeeld een auto kopen. Dat kan ook verklaren dat een auto privé leasen steeds meer gedaan wordt.
Dat verklaart nog niet direct het succes van de Swapfiets. Met €17.000 moet je toch wel een fiets kunnen kopen zou je zeggen. Die €17.000 is uiteraard een gemiddelde per huishouden in Nederland. Studenten staan er om bekend dat zij minder vermogen hebben. Sterker nog een student heeft gemiddeld een studieschuld van €21.000. Daarnaast heeft een student volgende het Nibud (juni 2021) slechts €943 aan inkomsten per maand. Ongeveer de helft daarvan wordt besteed aan huisvesting en ruim 20% aan de studie. Tel daar andere vaste lasten bij op en er blijft niet zo heel veel meer over. Toch kunnen studenten in 2021 gemiddeld €194 sparen, maar dit doen ze vaak voor latere huisvesting of voor een vervolgstudie. Daarnaast is het vaak geleend geld door het veranderde leenstelsel. Een groot deel van de inkomsten moet dus terugbetaald worden.
Blijkbaar wilt de student van tegenwoordig in ieder geval niet meer zijn eigen fiets aanschaffen voor een paar honderd euro. Of dat nou aan de financiële situatie ligt of aan de prioriteiten, dat is niet bekend. Het lijkt er in ieder geval wel op dat er niet voldoende geld is om grote bedragen uit te geven. Dat zie je ook bij werkende volwassenen. Zoals eerder genoemd betaal je bij dit soort constructies uiteindelijk altijd meer dan dat je het product in een keer aanschaft.
Een probleem dat zorgt voor duurzaamheid?
Of dit nou dus komt door een sterkt onderliggend probleem is moeilijk te zeggen. Dat Nederlanders minder beschikbaar vermogen hebben betekent niet dat ze minder besteedbaar vermogen hebben. Als zijn maandelijks het geld kunnen missen voor een leasefiets of -auto, wat is dan het probleem? Misschien zorgt het er juist voor dat we producten veel langer of effectiever gebruiken. Simpelweg doordat als we het niet meer gebruiken het ‘abonnement’ op kunnen zeggen. Dezelfde fiets kan dan gebruikt worden door iemand anders.
Een soort zelfde concept zie je bijvoorbeeld in nieuwbouwwijken waar autobezit of gebruik ontmoedigd wordt. Bijvoorbeeld doordat er minder straten toegankelijk zijn voor auto’s of er minder parkeerplekken zijn. Het idee erachter is dat mensen bewuster gebruik maken van milieuvervuilende goederen, zoals dus een auto. Daar zie je bijvoorbeeld dat er betere verbindingen met openbaar vervoer of zelfs deelauto’s ingezet worden. Dat is een nieuwe vorm van auto’s huren waarbij meerdere mensen van een auto gebruik kunnen maken. Vooral mensen die relatief weinig auto rijden maken hier gebruik van. In grotere wereldsteden zie je dit ook al met elektrische fietsen en steps. Deze staan massaal door een stad verspreid. Of dat geheel positief is voor de uitstraling en veiligheid in een stad wordt nog over getwist.
Als dat de norm van meer goederen wordt, dan zal dat ongetwijfeld de duurzaamheid vergroten. Het zelfde zou bijvoorbeeld kunnen met witgoed zoals een wasmachine en een droger in een appartementencomplex. Of groot tuingereedschap in een buurt of wijk. Vooral bij materialen met grotere aanschafwaarde die niet dagelijks of continue gebruikt worden kan dit een hele mooie manier zijn om gezamenlijk gebruik te maken van goederen. Misschien is dat wel nodig voor een duurzamere wereld.