Leestijd: 8 minuten

18 maart jongstleden kwam Zack Snyder’s Justice league uit. Naar aanleiding van een onlinecampagne onder #releasethesnydercut, kreeg regisseur Zack Snyder circa 70 miljoen dollar om de film Justice League (2017) alsnog af te maken zoals hij hem voor ogen had. Dit nadat hij destijds terug moest treden van het project nadat zijn dochter zichzelf van het leven beroofde. Het resultaat is misschien wel de extreemste herziening van een film ooit. En daarmee de extreemste director’s cut ooit. De film is zelfs zó anders dat je bijna zou denken dat het hét begrip director’s cut ontstijgt. Maar is dat ook zo? Leef je in in de wonderlijke wereld van de director’s cut: voorgekauwd en uitgelegd.

De director’s cut: Zack Snyder’s Justice League en al haar drama

Na het terugtreden van Snyder nam concullega Joss Whedon, die voor Marvel twee succesvolle Avenger-films maakte, het stokje over. Het gevolg was dat Snyder’s versie bijna volledig herzien werd. Naar verluid is slechts 10% van de geflopte bioscoopversie gefilmd door Snyder. Opvallend genoeg wordt hij daarin wel als de enige regisseur genoemd. Snyder’s kenmerkende bombastische ontploffingen, gestileerde shots, grimmige belichting en zwaarmoedige toon, werden vervangen door geforceerde grappen, weinig aandacht voor esthetiek en het afraffelen van personages. Vooral The Flash en Cyborg moesten eraan geloven. Als klap op de vuurpijl mocht de film niet langer duren dan twee uur.

De nu uitgebrachte Snyder’s versie bevat alles wat je van de 300-maker kan verwachten: over de top ontploffingen, melodramatische muziek bij scenes waarvan je je af kunt vragen of dat nou wel nodig was, belichting zo donker dat je gaat denken dat de studiolampen het niet deden en een speelduur waar je ú tegen zegt. The Flash en Cyborg krijgen nu de aandacht en personageontwikkeling die ze verdienen en dat komt de film ten goede. Maar met een speelduur van maar liefst vier uur en twee minuten, kun je je afvragen of het niet beter was geweest om deze populaire superhelden eerst beiden een solo-film te geven.

Zack Snyder is een ‘love him or hate him’ type filmmaker. Hij wordt vaak als visionair gepromoot en zijn films gedragen zich er ook naar. Ze kenmerken zich door de eerde genoemde punten en een kleur verlagende filter. Zijn films zien er altijd strak en gestileerd uit en daar zit het punt hem dan ook niet in. Het probleem met Snyder begint zodra hij een afgebakend verhaal moet vertellen. Hoe je het ook went of keert: films maken is verhalen vertellen. Als je dat laatste niet kan, kun je het eerste ook niet.

Zowel met Justice League als met voorganger Batman v Superman: Dawn of Justice, merk je dat Snyder veel te veel in één film wil proppen. Waar Marvel superhelden Iron Man, Thor, The Hulk en Captain America eerst solofilms gaf om het publiek zich aan deze personages te laten hechten, probeerde Snyder Batman, Aquaman, Cyborg en The Flash in twee films te proppen. Dit inclusief achtergrondverhaal. Het is alsof de cineast zichzelf verliest in zijn liefde voor het medium. Een respectabel sentiment dat ongetwijfeld voortkomt uit goede bedoelingen. Je kunt je echter afvragen of iemand als Snyder niet beter was geweest als cameraregisseur. Misschien beter bekend onder de Engelse term Director of Photography.

Verschillen tussen Zack Snyder's Justice League (2021) en het origineel (2017) - Spilwoord
Vooral de visuele verschillen zijn op z’n zachtst gezegd groot te noemen.
Bron: Fandomwire

De eigenwijsheid van Snyder heeft wel als resultaat dat er nu een goed voorbeeld is van hoe het mis kan gaan als een regisseur zijn eigen idee niet (helemaal) door mag voeren, een andere filmmaker zijn eigen licht er halverwege op laat schijnen en als de studio zich er te veel mee bemoeit. Director’s cut’s zijn niks nieuws maar voor veel mensen blijft het een apart fenomeen. Met zoveel cut’s van zoveel mensen, kan het onduidelijk zijn waar het ene op houdt en waar het andere begint. Dus wat is nou eigenlijk een director’s cut? En welke cut’s zijn er nog meer?

De director’s cut: een korte geschiedenis

Een van de eerste director’s cut’s was die van Gold Rush (1925) van niemand minder dan Charlie Chaplin. De regisseursversie kwam uit in 1942 en bevatte nieuwe muziek, een voice-overstem, scenes die eerst verwijderd waren en zelfs een nieuwe frame rate. In de loop der jaren erna bleven de bioscoopversies van films toch de ‘standaardversies’. Dit begon pas echt te veranderen in de jaren 90 met home entertainment zoals VHS.

Ridley Scott’s Blade Runner (1982) kreeg in 1992 een director’s cut nadat de studio erachter kwam dat er opnieuw geld verdiend kon worden met oud werk. Zogezegd, zo gedaan: Blade Runner kreeg in de loop der tijd meerdere versies en inmiddels zijn er maar liefst vijf cut’s van in omloop (the workprint, American theatrical cut, international theatrical cut, director’s cut, and the final cut).

Andere studio’s en filmmakers kwamen hierdoor op hetzelfde idee en begonnen ook hun oude werk nieuw leven in te blazen. In hoeverre dit werd gedaan om artistieke of financiële redenen, valt te betwisten. Er zijn echter wel degelijk artistiek bejubelde director’s cut’s uitgebracht zoals die van Apocalypse Now, Alien, Dark City, Once Upon a Time in America en Brazil (Smith, 2021). In andere gevallen is het zo overduidelijk voor het geld gedaan dat het gênant is om te zien. Zo werd Avengers: Endgame in 2019 ‘opnieuw uitgebracht’ met als enige toevoeging een belachelijk slechte en onafgemaakte scene met de Hulk erin. Dit puur en alleen om Avatar van de troon te stoten als de film die het meeste geld op heeft gebracht aller tijden. Het effect was geen lang leven beschoren: inmiddels staat Avatar namelijk weer op nummer 1.

De director’s cut en al zijn vriendjes

Een film maken is een lang en ingewikkeld proces. Vaak ingewikkelder dan menig mens beseft. Om een idee te krijgen: Shazam! Regisseur David S Sandberg legt in deze video uit hoe bepaalde besluiten soms noodgedwongen in een rap tempo genomen moeten worden wegens omstandigheden. En dat is nog maar het topje van de ijsberg.

In het hele proces van het maken, komen er meerdere versies van de film uit de monteerkamer. De eerste versie die van de band komt is de zogenaamde ‘Editors Cut’. Deze versie is in samenspraak met de regisseur gemaakt en is een globale achtereen zetting van scénes om in ieder geval alvast het verhaal in grote lijnen uitgezet te hebben. Vanuit daar wordt verder gewerkt naar de ‘rough cut’. Net zoals je demoversies hebt van een nummer dat je aan het schrijven en opnemen bent. Net zoals je meerder versies van je scriptie of iets dergelijks hebt hebt voordat je de uiteindelijke hebt. Onafgemaakte varianten van wat uiteindelijk je eindversie wordt.

Ergens in dit proces komt een keer de director’s cut voorbij. De meeste regisseurs zullen er zo’n beetje alles aan doen om díe versie in de bioscoop te krijgen. Het is op dit punt dat de studio zich er vaak tegenaan begint te bemoeien. Het zijn namelijk de studio’s die financieel het meeste risico lopen. Laten we er geen doekjes om winden: films maken is en blijft dikwijls een commerciële bezigheid. Zo willen veel studio’s films vaak ‘geschikt voor 12 jaar en ouder houden’ zodat zoveel mogelijk mensen ernaartoe kunnen. Daarnaast willen ze een film vaak kort houden: hoe langer een film immers duurt, hoe minder vaak een bioscoop hem per dag kan vertonen. Al met al willen studiobazen een film vaak zo toegankelijk mogelijk hebben. Zo komt een film van de director’s cut naar de theatrical cut: de bioscoopversie.

Het is op dit punt dat de kwaliteit van een film er vaak onder gaat lijden. De eerder genoemde film Dark City (1998) is hier een goed voorbeeld van. Zo dwong de studio regisseur Alex Proyas een voice-over in de openingsscéne te doen omdat ze bang waren dat het publiek de film niet zou begrijpen. Het resultaat was dat de clou van het verhaal binnen de eerste minuut al gespoiled werd. Voordat de director’s cut, zonder voice-over, uitkwam, was het onder de fans populair om in die eerste minuut het geluid van de tv uit te zetten.

De director’s cut: zoals hij bedoeld was

De director’s cut is bedoeld als de film zoals de regisseur hem voor ogen had. Studio’s durven het vaak niet aan om gewaagd werk in de bioscopen te draaien. Wat begrijpelijk is gezien de meeste films in de bioscoop de meeste winst maken. Een noemenswaardige uitzondering hierin is The Room (2003): een van de slechtste films aller tijden die, door deze cultstatus, later juist verrassend winstgevend werd. Maar al met al is het voor studio’s veiliger om de regisseur later voor home media zijn of haar eigen gang te laten gaan wanneer het grote geld al binnen is. Alhoewel er dus ook studio’s zijn die director’s cut’s forceren voor het geld.

We kunnen denk ik gerust stellen dat Zack Snyder’s Justice League een schoolvoorbeeld is van een geslaagde director’s cut. Van het origineel is bijna niks meer te herkennen. Zelfs de muziek is opnieuw gecomponeerd. Charlie Chaplin zou trots op hem zijn geweest! En dat allemaal na een massale protestactie op het internet. Waar hashtags wel niet goed voor zijn! Het is een film die écht gemaakt is voor de fans. Ook al moest Snyder destijds wegens persoonlijke omstandigheden stoppen, ik durf er gif op in te nemen dat de studio blij was met zijn vertrek. Er was al eerder kritiek op Snyder’s grimmige filmstijl en ik gok dat Warner Bros blij was met de kans om Joss Whedon grappen grollen in de film te laten proppen. Iets wat zowel WB als Whedon niet in dank af is genomen, zelfs niet door de cast.

https://www.instagram.com/explore/tags/restorethesnyderverse/Of je nou een fan bent van Zack Snyder of niet, mede door zijn fans en zijn eigenwijze stijl wist hij het ogenschijnlijk onmogelijke te bereiken: de meest herziene director’s cut ooit. Van een dwangmatige twee uur durende film, naar een episch gebeuren van een dikke vier uur. De reacties op social media liegen er niet om: zelfs mensen die niks van DC of superhelden in het algemeen moeten hebben, reageerden positief op de film en eisen onder #restorethesnyderverse zelfs dat Snyder nog meer films mag maken voor DC. Zelfs de speelduur leek geen roet in het eten te gooien.

De filmindustrie gaat over miljarden maar de kijkers willen uiteindelijk een goed verhaal waar ze zichzelf even in kunnen verliezen. En de omstandigheden waarin deze director’s cut tot stand is gekomen is al een soap an sich. Iets wat ongetwijfeld bijdraagt aan de beleving. Het herinnert ons eraan hoe belangrijk het kan zijn om een filmmaker zijn of haar gang te laten gaan en je als studio niet te veel ermee moet bemoeien. Ook heeft Snyder door zijn persoonlijke situatie de gunfactor aan zijn kant.

Want of je de film nou goed of slecht vond: het is de beste man gegund om zijn werk aan de man te kunnen brengen na het tragische verlies van zijn dochter en na uitgekotst te zijn door zijn eigen werkgever. En hopelijk, heel misschien, hebben andere studio’s en filmmakers weer even een lesje gekregen in waarvoor een director’s cut nou eigenlijk bedoeld is.

Door: Teun van Willenswaard