Zet Netflix aan en je vindt binnen no-time documentaires over seriemoordenaars als Ted Bundy en Charles Manson. Zoek en je vindt films over moord, leed en verminking. Sla de geschiedenisboeken open en je leert binnen de kortste keren over de gruweldaden van Adolf Hitler, Jozef Stalin, Idi Amin Dada etc. We zijn als mens gefascineerd door het kwaad en alles wat we duister noemen. Maar waarom is dat? Waarom vereren we het kwade meer dan het goede? En wordt het misschien tijd om daarmee te stoppen?
De bron van de verering
Als je kijkt naar de hoeveelheid films, docu’s, romans en games over seriemoordenaars zou je bijna denken dat de verering van het kwaad iets is wat pas in de loop van de 20ste eeuw begon. De hype rondom seriemoordenaars is echter niks nieuws. Deze kwam op toen men begin 19de eeuw, met de uitvinding van de drukpers, makkelijk toegang kreeg tot informatie en nieuws d.m.v. kranten en dergelijke.
“Door en door slechte mensen fascineren ons omdat we diep van binnen niet kunnen of willen geloven dat ze mensen zijn.”
William Corder werd in 1828 veroordeeld wegens het vermoorden van zijn minnares. Zijn misdaad was, in vergelijking met sommige andere moorden, nog niet eens zo gruwelijk. Toch werden zijn daden geadapteerd tot toneelstukken en poppenspelen. Een ballad die werd geschreven over zijn daad werd verkocht als bladmuziek en mensen bezochten massaal de schuur in Sussex waar de moord plaatsvond (BBC, 2016).
Later in de 20ste eeuw kregen moordenaars Charles Manson en Ted Bundy massaal fanbrieven en liefdesbrieven opgestuurd in de gevangenis. In 2012 werd bekend dat de Noorse massamoordenaar Anders Breivik in de gevangenis liefdesbrieven krijgt van 16-jarige meisjes (AD, 2012).
De aantrekkingskracht van het kwade
Seriemoordenaars fascineren ons omdat we diep van binnen ergens niet kunnen of willen geloven dat ze mensen zijn. Het is moeilijk om toe te geven dat de mensenvlees etende moordenaar Jeffery Dahmer zelf een mens was van vlees en bloed. Net zoals jij en ik. Toch is het zo. We maken monsters van ze in onze hoofden. We noemen hen en hun daden onmenselijk of beestachtig. Dit zodat we ons kunnen distantiëren van ze maar ook zodat we ze vanaf een afstand kunnen bestuderen. Wat logisch is.
Ted Bundy was een knappe en charismatische man. Hij was ook slim en op deze manier wist hij 36 vrouwen mee te lokken en te vermoorden. Door zijn charme geloofde de jury tijdens de rechtszaak in de eerste instantie niet dat hij dit allemaal gedaan kon hebben. Ook al ben je niet geïnteresseerd in het onderwerp, het kan bijna niet anders dan dat je even stilstaat en denkt: ‘hoe kan dat in godsnaam?’ We analyseren ze en distantiëren ons zo van hen zodat we niet eens de optie hoeven te overwegen of wij zoiets ook zouden kunnen. Want tot zoiets gruwelijks is een gewoon mens niet staat. Althans: dat vertellen we onszelf.
“Bijna iedereen kent de dictator Idi Amin maar bijna niemand weet de namen van degenen die hem afgezet hebben.”
Dictators maken het makkelijk
De reden voor de interesse in het kwaad wordt duidelijk zodra je dictators erbij pakt. Iedereen die de middelbare school heeft afgemaakt heeft geleerd over de tweede wereldoorlog en de gruweldaden van Hitler. Het doel hiervan is altijd duidelijk: leren van de geschiedenis zodat we deze niet herhalen. Volkomen logisch en dit moet ook zeker blijven gebeuren. Dit is ook één van de redenen dat seriemoordenaars zo bestudeerd worden. De politie en de wetenschap bestudeert ze om het gedrag te begrijpen, te voorspellen en zo toekomstige misdaden te voorkomen. Het publiek bestudeerd ze omdat ze datgene doen waarvan we ons allemaal stiekem weleens afvragen hoe het voelt om zoiets te doen. Geef maar toe: ook jij hebt er weleens aan gedacht.
Genoeg is genoeg?
Moeten we stoppen met het openlijk bestuderen van het kwaad? Nee absoluut niet. Het is belangrijk te leren van de schurken zodat je herinnerd wordt aan het goede in jezelf. Er is alleen één dingetje wat we vergeten naast de schurken: de helden.
Waarom negeren we het goede?
We lijken altijd een broertje dood te hebben aan mensen die te goed zijn. We vinden het ongeloofwaardig. Binnen de fictie wordt een dergelijk personage vaak een Mary Sue Protagonist genoemd (Wood, 2017).
Een goed voorbeeld is Superman. Voor velen een saai personage omdat hij zo perfect en goed is. Een superheld zoals Batman daarentegen is veel interessanter omdat hij zijn duistere kanten heeft. Het lijkt hierbij dus ook weer die duistere kant te zijn die ons aantrekt. Want waar zit nou meer spanning in? Een held waarvan je van tevoren weet die hij of zij het goede blijft doen? Of een held waarvan je twijfelt of hij of zij wel aan de goede kant blijft staan?
Dit werkt ook achteraf. We weten allemaal dat er slechte mensen zijn opgesloten door goede mensen. We weten allemaal dat er schurken zijn uitgeschakeld door helden voordat ze meer schade aan konden richten. En zodra dat gebeurd is lijkt onze interesse in die helden te verdwijnen als sneeuw voor de zon; als die er al was. Wat overblijft is die eeuwige fascinatie voor het kwaad.
De naamloze helden
Bijna iedereen kent de dictator Idi Amin maar bijna niemand weet de namen van degenen die hem afgezet hebben. We weten wie Anders Breivik is maar we weten niet wie degene zijn die hem achter slot en grendel hebben gekregen. Wie zijn deze mensen?
Zij
- Tanzaniaanse president Julius Neyere wist met zijn leger Idi Amin af te zetten (Roberts, 2014).
- Anders Breivik werd vervolgd door Inga Bejer Engh en Svein Holden. De rechters die over zijn rechtszaak gingen waren Wenche Elizabeth Arntzen en Arne Lyng
(de Graaf, van der Heide, Wanmaker, & Weggemans).
Tijd voor erkenning van het goede
We moeten zeker door blijven gaan met leren over het kwaad. Blijf lezen over de grootste eikels die rondlopen of hebben gelopen op onze planeet. Blijf docu’s kijken over seriemoordenaars. Leer van alle hoeken van de geschiedenis. Maar misschien is het goed om, de eerstvolgende keer dat we ons in een schurk verdiepen, ons afvragen wie de held is. Dit om zo te eren wie ere toekomt. Want wie weet hoeveel helden al hoeveel kwaad voorkomen hebben zonder dat wij het weten? Misschien is jouw leven wel gered zonder dat je het zelf door had.