Leestijd: 6 minuten

Toen ik op de middelbare school zat en geschiedenisles kreeg, ging het tot in den treuren over de tweede wereldoorlog. Hoe erg het wel niet was, hoeveel doden er wel niet vielen, en voor hoeveel schade het wel niet had gezorgd. Dit allemaal met het oog op een, zeker wel nuttige, boodschap: dat we dit nooit meer moeten laten gebeuren. He-le-maal mee eens! Maar als we zoveel tijd en moeite steken in die boodschap omtrent de tweede wereldoorlog, waarom steken we in de geschiedenisles dan relatief weinig tijd en moeite in een soortgelijke boodschap omtrent kolonialisme en slavernij?

Slavernij in mijn tijd

Ik kan me herinneren dat ik bij de geschiedenisles leerde over Nederlands-Indië. Ik weet nog dat er in een boek een foto stond van een plaatselijke vorst met enkele vrouwen om zich heen. Hij zag er rijk uit en onder de foto stond een tekst over hoe Nederland destijds ‘ruilhandel’ voerde met dergelijke mensen daar. Deze ruilhandel hield in, zo leerde ik later pas, dat de Nederlandse regering deze vorsten inzette om hun eigen bevolking uit te buiten. Dit gebeurde door het innen van belasting. Boeren moesten twee vijfde van hun inkomsten afgeven! Daarnaast verloren veel boeren veel land dat naar Europeanen en Aziaten ging. De bevolking had het zwaar en mensen die op het land werkten waren tweederangsburgers. Een opstand van de bevolking, de Java-oorlog, wordt bloedig neergeslagen door stevig bewapende Nederlandse militairen (NPO Focus, z.d.).

Dit was dus wat het boek verstond onder ‘ruilhandel’. Ik kan me niet herinneren dat de woorden slavernij en kolonisatie in de geschiedenisles één keer zijn gevallen. En dan hebben we het alleen nog maar over Nederlands-Indië. Hoe zit het met de overige (oud)kolonies van Nederland? Geen idee. Tijd voor een autodidactische geschiedenisles slavernij voor mezelf (en voor jou?).

Slavernij op de Nederlandse Antillen en in Suriname

Nederland werd met de West-Indische Compagnie (WIC) een grote speler op het slavernijpodium. Voor de westkust van Afrika begint Nederland vanaf 1637 massaal slaven te vervoeren naar kolonies in Amerika. Nederland neemt rond deze tijd Curaçao en Suriname in. De oorspronkelijke bevolking van Aruba, Bonaire en Curaçao werd weggevoerd naar de huidige Dominicaanse Republiek en Haïti. Hierdoor kon Nederland hier veel slaven kwijt. In totaal werden er, in de periode van de Nederlandse slavenhandel, wereldwijd 11 tot 12,5 miljoen Afrikaanse slaven verhandeld! Drie miljoen slaven kwamen in totaal om het leven door slavenhandel. (NPO Focus, z.d., Fransen, 2012).

Slavernij in Zuid-Afrika

Zuid-Afrika had de pech dat het op een praktische locatie lag op de wereldbol. Het lag voor de VOC, en voor andere landen, op de vaarroute naar Nederlands-Indië. Dit maakte het een goede plek voor de bemanning om eens even lekker de benen te strekken, eten in te slaan en, toen ze er toch waren, een kasteel te bouwen: Kasteel de Goede Hoop. Voor het bouwen van een kasteel heb je mensen nodig. En welke manier was nou beter dan de manier die de VOC al kende? 98 slaven werden er ingezet om het kasteel te bouwen.

Om ervoor te zorgen dat de VOC-bemanning genoeg te eten had, werden er boerderijen gebouwd rondom het kasteel. Hier werd graan en groente verbouwd door ongeveer 300… precies. Deze slaven werden uit onder andere Nederlands-Indië, India en Madagascar geplukt. In totaal zijn er ongeveer 60.000 slaven in Kaapstad alleen al verhandeld. Vandaag de dag leven er naar schatting ongeveer 2 miljoen mensen die van slaven afstammen (Schooltv, 2017).

Waarom leerde ik dit niet op school?

Als we gaan kijken naar beweegredenen om bepaalde bladzijdes in de geschiedenis onderbelicht te laten, moeten we volgens mij kijken naar de psychologie van de ontkenning. Laat ik hiervoor een actueel thema gebruiken: klimaatontkenning. Laat ik meteen even met de deur in huis vallen: klimaatverandering is een feit. Simpel als dat. Punt. Einde verhaal. Toch zijn er mensen die het ontkennen. Sociologe Kari Marie Norgaard concludeerde voor een rapport voor de Wereldbank dat deze ontkenning vaak moedwillig is.

“Onze respons op bedreigende informatie is erg complex. We onderhandelen erover. We nemen het niet gewoon op om er rationeel mee om te gaan.” (Noorgaard, 2009)

Klimaatverandering is onaangenaam nieuws en daartegen ontwikkelen we mechanismes om dat nieuws ver van ons af te houden. We houden ons voor dat het een ver van mijn bed show is of dat het in zijn geheel onwaar is. Dit uit angst voor het idee dat onze manier van leven juist dóór onze manier van leven wordt bedreigd. En volgens mij is deze angst hier de sleutel.

Ontkenning

Deze ontkenning en haar zelfopgelegde waarheden heten, binnen de politieke psychologie: gemotiveerd redeneren (Psychology Today, z.d.). Het treedt vaak op wanneer mensen worden geconfronteerd met feiten die ze liever niet willen horen. Feiten die aantonen dat er iets fundamenteel mis is met de eigen samenleving. Dit fenomeen treedt bijvoorbeeld ook op in de VS inzake de vele schietpartijen daar. Deze ontkenning vindt plaats omdat we ons aangesproken voelen. De maatschappij dat ben jij namelijk.

Ik geloof dat ditzelfde fenomeen zorgt voor bijvoorbeeld holocaustontkenning. Mensen voelen zich aangesproken voor iets wat zij zelf helemaal niet hebben gedaan. Dit misschien omdat zij enigszins tot dezelfde groep behoren: Arisch, mannelijk en heteroseksueel. Hetzelfde effect treedt op bij het weinige stilstaan bij de Nederlandse slavenhandel. Witte Nederlanders doen dat liever niet omdat ze zich aangesproken voelen. En laat dat nou net niet nodig zijn.

Dader en slachtoffer

Voor de witte Nederlanders vandaag is er goed nieuws: jij hoeft je niet aangesproken te voelen. Jij hebt immers geen slaven gedreven destijds en jij hebt geen bijdrage gehad aan de holocaust. Je was toen immers nog niet geboren. Misschien jouw voorouders wel, maar waarom zou dat jouw schuld zijn? Jij hebt nog steeds niks gedaan. Dit geldt andersom ook: jouw voorouders waren misschien slaven, maar jij bent dat niet. Het is wel volkomen begrijpelijk dat wanneer je weet dat jouw voorouders zoiets hebben moeten doorstaan, het bijzonder frustrerend is als daar in de geschiedenisles en daarbuiten amper tijd en aandacht aan wordt besteed. Mijn grootouders hebben dan misschien geleden onder het naziregime, maar daar wordt wél aandacht aan besteed. Dit doordat hierbij geen schuldgevoel komt kijken bij degenen die het curriculum vormgeven. Als er wat minder van dat schuldgevoel zou zijn omtrent de tijd van slavernij en kolonialisme, zou er volgens mij al meer aandacht aan besteed zijn in de geschiedenisles.

Er gloorde hoop aan de horizon

Historisch nieuwsblad meldt echter goed nieuws. Op basis van eigen onderzoek concludeerde zij in hun maarteditie van 2020 dat 9% van het curriculum gaat over kolonialisme, 4% over slavernij en ‘slechts’ 2% over de holocaust (Historisch Nieuwsblad, 2020). Hiermee lijkt meer het besef te komen dat er in de geschiedenisles meer tijd aan slavernij besteed moet worden. Hopelijk groeit ook het besef dat schuldgevoel niet nodig is. Sterker nog: schuldgevoel houdt ons alleen maar tegen in het vormgeven van goed uitgebalanceerde geschiedenislessen. Het is daarnaast immers waanzin om je schuldig te voelen voor iets wat jij persoonlijk helemaal niet gedaan hebt. Als het dat niet was dan viel iedereen namelijk wel iets kwalijk te nemen en zouden we allemaal vastzitten in een eindeloze cirkel van misdaad en bestraffing. Iets wat volgens mij niet zorgt voor een mooiere wereld. Hoe begrijpelijk de emoties ook zijn.

We zijn er nog niet

Over de tweede wereldoorlog wordt ons geleerd vanuit de gedachte dat het ‘ons’ is overkomen en omdat het relatief recent is. Slavernij is door ‘ons’ uitgevoerd en daarom laten we het maar links liggen. Als deze logica gehanteerd blijft komen we nooit verder.
Over de tweede wereldoorlog moeten we blijven leren vanwege de simpele les:
Dit. Nooit. Meer!
Over de slavernij moeten we meer leren voor erkenning, algehele kennis en ook vanuit een iets meer complexe les. Eentje die volgens mij nog wel eens wordt vergeten:
Dit. Moet. Stoppen.
Waarom?

Omdat naar schatting vandaag de dag:
40 miljoen mensen vastzitten in een vorm van moderne slavernij.
25% daarvan is kind.
71% daarvan is vrouwelijk.

De tweede wereldoorlog is tot een einde gekomen.
Slavernij niet.

Door: Martine Seuren

Wegens privacyredenen schrijft Martine Seuren onder een gefingeerde naam. Haar echte naam is bij de redactie bekend.