Leestijd: 7 minuten

Vanaf vandaag gelden er voor het eerst sinds begin 2020 bijna geen coronaregels meer in Nederland. Er gelden weer de normale openingstijden, de verplichte 1,5 meter afstand is eraf en het mondkapje is niet meer verplicht. Een opluchting voor veel mensen en zeker ook bijvoorbeeld de horeca. Terugkijkend op de maatregelen die er bijna twee jaar zijn geweest stel ik de vraag: Kon het kabinet het wel goed doen?

Overal waar het coronavirus afgelopen twee jaar neerstreek zag je dat de maatregelen volgden. Lockdowns, mondkapjesplicht, beperkingen in het ontvangen van bezoek en avondklokken ingelast. Zo ook in Nederland. Daarnaast stuurt de overheid aan op vaccinatie en de booster of derde prik. De overheid neemt deze maatregelen om de verspreiding van het coronavirus te verminderen. Negatieve gevolgen zijn er ook volop te noemen. Ondernemers zijn genoodzaakt om hun zaak dicht te gooien, waarbij omzetten in sommige gevallen dalen naar 0 Euro, maar ook onze vrijheid wordt beperkt. We kunnen niet meer zelf bepalen hoe en wanneer we over straat gaan. Zeker daarop is veel kritiek door burgers, soms zelfs gefundeerd door onderzoek.

Rellen tegen de avondklok

Bij de invoer van een nieuwe maatregel zagen we steeds kritiek van de mensen die dit raakt. Toen de winkels en de horeca dicht moest zagen we weerstand vanuit die hoek. Restaurant en café-eigenaren dreigde tegen het verbod in te gaan en hun zaak weer open te gooien. Nog niet zo lang geleden hebben ook de cafés, restaurants en de discotheken een dag hun deuren geopend uit protest.

Toen de mondkapjesplicht ingevoerd werd, was er weerstand vanuit de burgers. Zij wilden niet met een mondkapje op lopen. De exacte argumenten daartegen zijn er nooit echt gekomen, maar er waren in ieder geval geluiden te horen dat het voor ademhalingsproblemen zou zorgen. Uiteindelijk blijkt dat slechts bij een hele kleine groep zo te zijn. Ik denk zelf dat de meeste mensen nu wel aan het mondkapje gewend zijn.

De burgers kwamen ook in opstand toen de avondklok werd ingevoerd. Nederland werd internationaal nieuws (2021, Reuters) doordat er rellen ontstonden tegen de avondklok. In meerdere grote steden zijn er ongeregeldheden ontstaan waarbij de politie en de ME moesten optreden. ‘Demonstranten’ vernielen de openbare ruimtes en auto’s, gooien stenen en vuurwerk naar politie. Zij plunderden zelfs winkels. Deze demonstratie hebben we inmiddels vaker gezien als opstand tegen de coronamaatregelen.

Niets doen is geen optie

Of deze opstand gerechtvaardigd is, is de vraag. Harde maatregelen nemen is voor niemand leuk en het volk mag best haar mening daarover laten horen. Dat er iets gedaan iets gedaan moet worden tegen de verspreiding van het coronavirus moge duidelijk zijn. Niets doen is geen optie. De complottheorieën die zeggen dat het coronavirus een middel van de overheid is om ons te controleren zijn ongeloofwaardig. Ze zijn wel volop op social media en internet te vinden, maar het lijkt niet dat zo heel veel mensen dat nou echt geloven. De populariteit van dit soort berichtgeving wordt verhoogd door slim gebruik van nepnieuws en extreme geluiden bereiken nou eenmaal gemakkelijker de massa dan minder extreem nieuws.

Niks doen aan een pandemie lijkt geen goed beleid. Een virus dat zich razendsnel verspreid heeft dan alle ruimte om mensen te infecteren. We hebben gezien hoe snel dat in het begin ging in het begin in Wuhan, Bergamo, New York en andere steden, zelf in ons eigen Noord-Brabant. Het resultaat was dat er honderden doden per dag waren. En nog zien we af en toe dit soort brandhaarden ontstaan. Nederland zit momenteel ergens aan het einde van de ‘vierde golf’ waarbij nieuwe golven hierna nog niet uitgesloten zijn. Steeds lijkt er een gemuteerde nieuwe variant de kop op te steken die besmettelijker of hardnekkiger is en daarmee dus ‘gevaarlijker’ is. Nieuwe maatregelen tot gevolg. Alleen worden de juiste maatregelen ingezet door de overheid en waarom is dat beleid zo verwarrend?

Er is een goed coronabeleid nodig die verwarring verminderd

Veel verwarring is ontstaan door inconsequente informatie en maatregelen door de overheid. Tijdens de eerste coronagolf werd er al gepraat over een mondkapjesplicht. Die kwam er toen niet, omdat mondkapjes niet zouden werken. Jaap van Dissel van het RIVM blijft zeggen dat niet-medische mondkapjes niet veel helpen. Toch is er een mondkapjesplicht gekomen. Ook het vaccinatiepaspoort of de QR-code zou volgens het kabinet niet verplicht worden in o.a. winkels, horeca en de sportschool. Het gevoel van vaccinatieverplichting zou hiermee beperkt blijven. Uiteindelijk werd het wel verplicht om een QR-code te laten zien. Het lijkt mij dus dat goede communicatie en goed bedenken wat er wel en niet gezegd wordt, met name door ministers en de overheid, van essentieel belang is om verwarring te voorkomen.

Daarnaast lijken maatregelen niet altijd in lijn met elkaar. Er zijn momenten geweest dat winkels zoals kledingwinkels open mochten zijn terwijl bioscopen dicht moesten. De overheid noemt recent nog dat “winkels (behalve voor essentiële zaken zoals levensmiddelen)” gesloten zijn. Echter zijn slijterijen, ijs- en snoepwinkels en drogisterijen gewoon open. Hoe noodzakelijk zijn deze winkels en producten? Sportscholen lijken volksgezondheid te bevorderen, maar zijn toch al een aantal keren volledig gesloten geweest. Onderwijslocaties waren in periodes met veel besmettingen gewoon open en op andere momenten zijn deze toch gesloten. Supermarkten mogen korter open zijn. Gevoelsmatig zorgt dat ervoor dat er meer mensen tegelijkertijd aan het winkelen zijn. Is dat wel gunstig om de verspreiding tegen te gaan?

Waar is de routekaart?

En dat is misschien het probleem, bij veel mensen lijkt er gevoelsmatig geen beleid te zijn voor de coronaregels. Er is ooit een routekaart gepubliceerd door de Rijksoverheid. Daarop stond vrij duidelijk welke maatregelen er zouden zijn bij bepaalde risiconiveaus. Daarop stonden vier niveaus. Het was daarbij overigens niet duidelijk wanneer Nederland in een bepaal niveau zat. Momenteel hanteert het kabinet nog maar drie niveaus waarbij de niveaus wel duidelijk gedefinieerd zijn. Echter is het de vraag of deze altijd zo gebruikt worden en wel bruikbaar zijn om te bepalen welke coronaregels er gelden. Ook laat de overheid zich sturen door het aantal coronabesmettingen die er per dag zijn.

Momenteel zitten we op gemiddeld zo’n 38.000 besmettingen (Rijksoverheid, Coronadashboard) per dag, maar we hebben nog niet zo kort geleden ook besmettingscijfers (positieve coronatests) van boven de 80.000 op één dag gezien. Hoe erg tellen deze getallen mee en welke maatregelen gaan er dan in? Welke coronaregels kunnen we dan verwachten?

De route kaart vond ik een goed idee, maar daar lijkt snel weer vanaf gestapt te zijn. Het is momenteel niet duidelijk welke maatregel ingaat en wanneer. Een update van de routekaart zou kunnen helpen bij het verminderen van de verwarring, mits daaraan gehouden wordt.

Het effect van de coronaregels

De overheid zal zicht goed moeten laten informeren door experts over wat bepaalde maatregelen teweeg kunnen brengen. Het Outbreak Management Team (OMT) adviseert het kabinet tijdens de crisis. Het vreemde daaraan is dat het OMT vrijwel alleen bestaat uit mensen werkzaam in de gezondheidszorg, denk aan onderzoekers en artsen op het gebied van infectieziekten en virussen of bijvoorbeeld microbiologen (2022, RIVM). Dat zij een goed advies kunnen geven op het gebied van infectie en virusbestrijding betwijfel ik niet. Echter is het wel de vraag of zijn ook breder kijken dan dat. Moet er ook niet geadviseerd worden welke gevolgen of effecten de maatregelen hebben op het bedrijfsleven, onderwijs en bijvoorbeeld ook de sociaal-economische gevolgen. Dat zou betekenen dat het OMT uit een veel diverser gezelschap zou moeten bestaan die ook naar de effecten op andere gebieden kijken.

In het nieuws zie je regelmatig andere berichten naast het aantal ziekenhuisopnames en besmettingen. Je leest er af en toe over het effect van de maatregelen. Vooral ouderen en alleenstaande mensen zijn zwaar getroffen doordat minder contact mogelijk is. Psychologen zien zelfs veel psychische klachten bij studenten (2020, Erasmus Magazine) en jongeren. Vaak hoor je over horecazaken die het hoofd niet meer boven water kunnen houden en de zaak moeten sluiten. Ook in andere branches zijn deze geluiden hoorbaar. Het ZonMW heeft onderzoek gedaan naar de effecten op de maatschappij. Zouden dat soort geluiden en onderzoeken niet meegenomen moeten worden in de keuzes over de coronaregels?

De keerzijde is dat we wel vaak zien dat bij ingrijpende maatregelen als een strenge lockdown de besmettingen en ziekenhuis- en IC-opnames afnemen. In die zin hebben de maatregelen wel effect. Zij zorgen precies voor datgene dat er met de maatregelen bereik poogt te worden.

Is de opstand terecht?

Met de kennis van nu zou je de vraag kunnen stellen Is de opstand dan terecht? Dat is geen eenvoudige vraag om te beantwoorden. Ik denk dat de opstand van bedrijven en burgers wel begrijpelijk is, maar dat de overheid weinig andere keuze had dan maatregelen door te voeren. Er zijn nou eenmaal geen maatregelen die exact passend zijn in een situatie waar we in zitten met het coronavirus. Kies je voor maatregel 1, dan vindt groep 2 dat niet leuk. Kies je voor maatregel 2, dan vindt groep 1 het niet leuk.

Daarnaast kun je bij dit soort grote en ingrijpende maatregelen die hele grote sectoren en groepen mensen (lees: het hele land) behelst niet heel veel uitzonderingen op de coronaregels maken. Dat zou zo complex worden, dat dit waarschijnlijk de duidelijkheid over welke regel voor wie in welke situatie geldt schade toe doet. Dat betekent dat je met de regels wat meer over een kam moet scheren. Een voorbeeld is het eerdergenoemde ‘Winkels voor essentiële zaken’. Daar vallen levensmiddelen onder en dan mag de slijterij ook openblijven.

Kon het kabinet het dan goed doen met de maatregelen? Nee, niet voor iedereen. Je wordt soms iets minder terecht hard geraakt door één of meer coronaregels. Wel had het kabinet sommige zaken beter kunnen aanpakken, maar dat is achteraf makkelijk praten. Daar wil ik wel aan toevoegen dat het kabinet het wel goed gedaan heeft in de zin van het beste wat, in deze situatie op de momenten dat er besloten moest worden, mogelijk is.